Martinus Nijhof
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist
A. Het gedicht is standaard van vorm en het is een traditioneel gedicht. Het bestaat uit vijf kwatrijnen, dus vier versregels per strofe. Er is gebruik gemaakt van een vast eindrijmschema, namelijk gekruist rijm, dus ABAB. In de regels 11 en 12 is een duidelijk voorbeeld van enjambement, dit zorgt ervoor dat alles rijmt en het versregels blijven ook ongeveer even lang.
Er is een afwijking op het rijmschema, namelijk in de derde strofe zit geen rijm.
Mannelijk rijm: Spiegelgrond-stond, schroom-droom
Vrouwelijke rijm: vissen-lissen, beneden-onbetreden
Assonatie: voelde- moedeloos. Ook zit in de derde strofen een vorm van assonatie, heel vaak de ij
er zit geen metrum in volgens mij.
B. Het gedicht bestaat uit veel metaforen. Zo wordt met vissen, denken bedoeld. Een wak moet zijn gedachtegang voorstellen en zwarte spiegelgrond is zijn gedacht die nog leeg waren. De schrijver spreekt over een kind in een onbetreden tuin, hiermee probeert hij te zeggen dat het kind nog niet beïnvloed is door zijn omgeving. Het kind is in zekere zin nog zuiver te noemen. Het licht dat op steeg is een soort van eureka moment voor de schrijver, omdat er eindelijk iets is in al het zwarte. De schrijver is uiteindelijk niet in staat om op te schrijven wat het kind schreef, omdat hij wel beïnvloed is door de maatschappij.
C. Ik vind het gedicht heel prettig lezen, vanwege het rijmschema en het gebruik van veel volrijm. Ik vind het gedicht nogal overdreven, omdat ik niet denk dat elk kind zuiver is en ook niet dat een volwassene nooit meer zuiver is. De eerste paar keer dat je het leest komt het gedacht heel vaag en onduidelijk op je over, maar als je er langer over nadenkt dat zit er wel een logica in. Ik vind het gedicht prettig lezen, maar de inhoud betekent weinig voor mij.
Zomerstad
Hans Andreus
In de stad daar staan de huizen
zwaar te zuchten in de zon,
oude huizen, nieuwe huizen,
wolkenkrabbers van beton.
O die stad, die stad van stenen,
blokken stenen in de zon,
blokken, blokken aan je benen,
ik wil naar de horizon.
Ik wil meer dan wat plantsoenen
of een afgepast gazon,
ik wil lopen naar het groene
land voorbij de horizon.
A. In dit gedicht is sprake van drie kwatrijnen, dus elke strofe bestaat uit vier versregels. Er is sprake van gekruist rijm net als bij " het kind en ik". Er is enkel een uitzondering, namelijk plantsoenen en groene. In de laatste zin is sprake van een enjambement, dit zorgt voor optische rijm tussen en zorgt ervoor dat alle regels ongeveer even lang blijven. Het gedicht is traditioneel.
Mannelijk rijm : zon-beton, gazon-horizon
Vrouwelijk rijm: Stenen-benen,
Medeklinkerrijm: Versregel twee en regel zeven
Assonatie: versregel een
ik heb geen metrum kunnen vinden.
B. De schrijver wilt weg uit de stad, dat is het gene wat hij probeert te vertellen met dit gedicht.De schrijver gebruikt de horizon hier als een plek hier ver vandaan waar de zon niet alleen op stenen schijnt. Het heeft een makkelijke structuur. Er komt beeld spraak in voor. Bijvoorbeeld: de metonymia op het begin van de laatste strofe. met gazon word de hele stad met zijn huizen bedoelt, niet alleen de gazonnen. Er zit ook een stijlfiguur in, namelijk repetitio in versregel 8, blokken, blokken aan je benen.
C. ik vind het een heel simpel gedicht, het leest heel fijn en is niet moeilijk te begrijpen. Ik vind het wel een beetje kinderlijk worden en zit weinig uidaging in. Ik vind het ook niet een heel orgineel gedicht, omdat het een simpele rijmschema bevat, weinig moeilijke woorden en simpele strofes. De betekenis achter het gedicht is wel mooi. Ik ben het met de schrijver eens als hij zegt dat hij meer groen wilt zien dan alleen op de gazonnen, dus dat vind ik wel mooi.
C. ik vind het een heel simpel gedicht, het leest heel fijn en is niet moeilijk te begrijpen. Ik vind het wel een beetje kinderlijk worden en zit weinig uidaging in. Ik vind het ook niet een heel orgineel gedicht, omdat het een simpele rijmschema bevat, weinig moeilijke woorden en simpele strofes. De betekenis achter het gedicht is wel mooi. Ik ben het met de schrijver eens als hij zegt dat hij meer groen wilt zien dan alleen op de gazonnen, dus dat vind ik wel mooi.