maandag 26 mei 2014

Blog opdracht 4

Het kind en ik
Martinus Nijhof

Ik zou een  dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.

Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.

Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.

Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.

En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist

A. Het gedicht is standaard van vorm en het is een traditioneel gedicht. Het bestaat uit vijf kwatrijnen, dus vier versregels per strofe. Er is gebruik gemaakt van een vast eindrijmschema, namelijk gekruist rijm, dus ABAB. In de regels 11 en 12 is een duidelijk voorbeeld van enjambement, dit zorgt ervoor dat alles rijmt en het versregels blijven ook ongeveer even lang. 
Er is een afwijking op het rijmschema, namelijk in de derde strofe zit geen rijm. 
Mannelijk rijm: Spiegelgrond-stond, schroom-droom
Vrouwelijke rijm: vissen-lissen, beneden-onbetreden
Assonatie: voelde- moedeloos. Ook zit in de derde strofen een vorm van assonatie, heel vaak de ij
er zit geen metrum in volgens mij.

B. Het gedicht bestaat uit veel metaforen. Zo wordt met vissen, denken bedoeld. Een wak moet zijn gedachtegang voorstellen en zwarte spiegelgrond is zijn gedacht die nog leeg waren. De schrijver spreekt over een kind in een onbetreden tuin, hiermee probeert hij te zeggen dat het kind nog niet beïnvloed is door zijn omgeving. Het kind is in zekere zin nog zuiver te noemen. Het licht dat op steeg is een soort van eureka moment voor de schrijver, omdat er eindelijk iets is in al het zwarte. De schrijver is uiteindelijk niet in staat om op te schrijven wat het kind schreef, omdat hij wel beïnvloed is door de maatschappij.

C. Ik vind het gedicht heel prettig lezen, vanwege het rijmschema en het gebruik van veel volrijm. Ik vind het gedicht nogal overdreven, omdat ik niet denk dat elk kind zuiver is en ook niet dat een volwassene nooit meer zuiver is. De eerste paar keer dat je het leest komt het gedacht heel vaag en onduidelijk op je over, maar als je er langer over nadenkt dat zit er wel een logica in. Ik vind het gedicht prettig lezen, maar de inhoud betekent weinig voor mij.




Zomerstad
Hans Andreus

In de stad daar staan de huizen
zwaar te zuchten in de zon,
oude huizen, nieuwe huizen,
wolkenkrabbers van beton.

O die stad, die stad van stenen,
blokken stenen in de zon,
blokken, blokken aan je benen,
ik wil naar de horizon.

Ik wil meer dan wat plantsoenen
of een afgepast gazon,
ik wil lopen naar het groene
land voorbij de horizon.

A. In dit gedicht is sprake van drie kwatrijnen, dus elke strofe bestaat uit vier versregels. Er is sprake van gekruist rijm net als bij " het kind en ik". Er is enkel een uitzondering, namelijk plantsoenen en groene. In de laatste zin is sprake van een enjambement, dit zorgt voor optische rijm tussen en zorgt ervoor dat alle regels ongeveer even lang blijven. Het gedicht is traditioneel.
Mannelijk rijm : zon-beton, gazon-horizon
Vrouwelijk rijm: Stenen-benen, 
Medeklinkerrijm: Versregel twee en regel zeven
Assonatie: versregel een
ik heb geen metrum kunnen vinden.

B. De schrijver wilt weg uit de stad, dat is het gene wat hij probeert te vertellen met dit gedicht.De schrijver gebruikt de horizon hier als een plek hier ver vandaan waar de zon niet alleen op stenen schijnt. Het heeft een makkelijke structuur. Er komt beeld spraak in voor. Bijvoorbeeld: de metonymia op het begin van de laatste strofe. met gazon word de hele stad met zijn huizen bedoelt, niet alleen de gazonnen. Er zit ook een stijlfiguur in, namelijk repetitio in versregel 8, blokken, blokken aan je benen.

C. ik vind het een heel simpel gedicht, het leest heel fijn en is niet moeilijk te begrijpen. Ik vind het wel een beetje kinderlijk worden en zit weinig uidaging in. Ik vind het ook niet een heel orgineel gedicht, omdat het een simpele rijmschema bevat, weinig moeilijke woorden en simpele strofes. De betekenis achter het gedicht is wel mooi. Ik ben het met de schrijver eens als hij zegt dat hij meer groen wilt zien dan alleen op de gazonnen, dus dat vind ik wel mooi.



Blog opdracht 3 raptekst

Het land van - Lange Frans en Baas B

Kom uit het land van Pim Fortuin en Volkert van der G. 
Het land van Theo van Gogh en Mohammed B
Kom uit het land van kroketten, frikadellen 
Die je tot aan de Spaanse kust kunt bestellen
Kom uit het land waar air-max nooit uit de mode raken
waar ze je kraken het moment dat je het groot gaat maken
Kom uit het land van rood wit blauw en de gouden leeuw
Plunderen de wereld noemen het de gouden eeuw
Kom uit het land van wietplantages en fietsvierdaagses
Het land waar je een junkie om een fiets kan vragen
Het land dat kampioen werd in '88
Het land van haring happen, dijken en grachten
Kom uit het land van, het land van lange Fransie
Dit is het land waar ik thuis kom na vakantie

kom uit het land waar ik in 1982 geboren benWaar ik me guldens aan de euro verloren benHet land dat meedoet aan de oorlog in IrakWant ome Bush heeft Balkenende in zijn zak.
Het land van rellen tussen Ajax en Feyenoord
Maar wanneer Oranje speelt iedereen er bij hoort
Het land van Johan Cruijf en Abe Lenstra
Het legioen laat de leeuw niet in zijn hemd staan
Het land waar we elke dag hopen op wat beter weer
Die Piet Paulusma vertrouw ik voor geen meter meer
Het land dat vrij is sinds '45
Het land waar ik blijf, ik vind het er heerlijk
Eerlijk

Ik kom uit het land waar je door heen rijdt in 3 uurtjes
Met een ander dialect elke 10 minuutjes
Kom uit het land waar op papier een plek voor iedereen is
En XTC, export nummer 1 is
Kom uit het land waar Andre Hazes over 100 jaar in elk cafe nog steeds de baas is 
Kom uit het land waar Peter, Gert-Jan, Raymond en Junten 
Frans, Bart en Ali de game runnen
Kom uit het land waar hiphop een kind van 30 is
En je mag zelf in gaan vullen hoe vet dat is
Het land waar als je rijk wordt je zoveel inlevert
Dat je bij jezelf denkt, hoeveel zin heeft het?
Het land waar prostitutie en blowen mag
Het land van sinterklaas en koninginnedag
Dit is het land waar ik verloren heb, bedrogen ben
Kom uit het land waar ik geboren en getogen ben

Kom uit het land met de meeste culturen per vierkante meter
Maar men is bang om bij de buren te gaan eten. ( ah )
En integratie is een schitterend woord
Maar shit is fucking bitter wanneer niemand het hoort
Ik deel mijn land met Turken en Marokanen, Antilianen, Molukkers en Surinamers
Het land waar we samen veel te veel opkroppen
En wereldwijd gerepresent zijn door Harry Potter
Het land waar apartheid, internationaal 
het meest bekende woord is uit de Nederlandse taal
Kom uit het land dat tikt als een tijdbom
Het land dat eet om 6 uur en ook nog eens op tijd komt
Dit is het land waar ik zal overwinnen aan het einde 
Totdat je deze meezingt aan de Arenalijnen
En tot die tijd zal ik schijnen ik heb mijn hart verpand

Dit is voor Nederland, Baas B Lange Frans

Alle vormen van rijm komen voor in het gedicht en zijn hier boven aangegeven. Het lied gaat over wat Nederland voor de rappers betekent en dat komt heel erg letterlijk na voren. De rappers hebben veel herinneringen en gedachtes bij Nederland en het klinkt als of ze best trots zijn om er te wonen, ook al heeft Nederland zijn slechte kanten.
Er zit naar mijn mening niet heel veel beeldspraak of stijlfiguren in. 

donderdag 15 mei 2014

Blog opdracht 3

Woningloze - J. Slauerhof

A. Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
B. Nooit vond ik ergens anders onderdak
B. Voor de eigenhaard gevoelde ik nooit een zwak,
A. Een tent werd door de stormwind meegenomen.

A. Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
C. Zolang ik weet dat ik in wildernis,
A. In steppen stad en woud dat onderkomen
C. Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

A. Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
D. Dat vóór de nacht mij de oude kracht ontbreekt
D. En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
E. Waarmee 'k weleer kon bouwen, en de aarde
E. Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
D. Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.

Dit gedicht is een sonnet dat houdt in dat het 14 versregels zijn. Het eerste kwatrijn is opgebouwd aan de hand van een omarmend rijmschema. Het tweede kwatrijn een gekruist rijmschema. Er is sprake van eindrijm en van volrijm. Er zit mannelijk ( onderdak-zwak ), vrouwelijk ( wonen - onderkomen ) en glijdend rijm ( bekommernis - wildernis ) in. In de eerste regel word het beeld geschetst  dat er een metrum in dit gedicht zit, maar in regel 2 kom je er al achter dat dit niet het geval is. 
Waarmee 'k weleer - elisie van de schrijveR

Onderkomen kan vinden - enjambement, zodat onderkomen en wonen rijmen.
Naar de plek - enjambement, zodat de en aarde rijmen.


Gedicht 3: Kind van Mei - dichter onbekend
Ik ben wel een Kind van Mei, een dagdromer, als ik in
het rond kijk, ontwaar ik waarheden, als bloesems blaas
ik ze van bomen, de atomen vormen een waas
van een wanordelijke waarachtigheid waarin

ik mezelf verlies, waarin ik mezelf niet terug vind,
maar heus, dat geeft niet, want ik draag de onwetendheid
als een vest. Wanneer het lente is, trek ik geheid
het vest weer uit, want ik ben van Mei, een lentekind. 

Ik besef me terdege, dat ik ben verwekt in
de apotheose van een zonnige zomer
een broeierig najaar waar zwoele zomerse zin

wederom overwon, hoewel de liefde lomer
was, en 't behagen trager ging, maar toch evenmin
geboorte gaf aan een Kind van Mei, een dagdromer. 

In dit gedicht is ook veel sprake van halfrijm. Je hebt twee soorten halfrijm, namelijk assonantie en alliteratie. Assonantie is klinkerrijm en alliteratie is medeklinkerrijm. 
Twee voorbeelden van alliteratie in dit gedicht zijn ''zonnige zomer'' en ''zwoele zomerse zin'' in regel 10 en 11. Dit komt doordat de beginmedeklinkers op elkaar rijmen.
Een voorbeeld van assonantie in dit gedicht vind je in de laatste strofe. ''wederom overwon'' De klinkers lijken op dezelfde plaatsen te zitten en dus te rijmen, maar dit is niet het geval. 
Het rijmschema in dit gedicht is omarmend rijm. (ABBA CDDC ADA DAD)
De dichtsoort waarbij dit gedicht het beste geplaatst zou kunnen worden is epigram.

maandag 12 mei 2014

Blog opdracht 2

Drie voorbeelden van stijlfiguren:

Zon,Zuipen, Ziekenhuis ( alliteratie ) - Een bekend rtl-programma over jongerenvakantie's.
Veni, vedi, vici ( tricolon ) - Uitspraak van Ceasar
Hij is heen gegaan ( eufenisme ) - verzachtende vorm van dood gaan

Drie voorbeelden van beeldspraak

Bloemen houden van mensen ( personificatie ) - Slogan van een bloemen winkel
Het is hier een zwijnenstal ( metafoor ) - Mijn kamer is het object en de zwijnenstal is het beeld
De boterham verdienen ( metonymia ) - boterham is het beeld en het inkomen het object

Bij de advertentie van green peace is er sprake van een vergelijking, want het boterham zakje word vergeleken met een kernwapen. Green peace wil hier mee laten zien dat het rond laten slingeren van boterhamzakjes niet goed is, het kan veel schade met zich mee brengen. het kernwapen is het beeld het zakje is het object.
Bij de advertentie van de usb-stick is er weer sprake van een vergelijking tussen een kleine eierschilwaar heel veel ei uitkomt en de usb-stick. De maker van deze reclame wil laten zien hoe wil date er op zo een klein stickje kan. Het ei is beeld en de usb is het object.
Bij de advertentie van het pakje kauwgom is er sprake van een vergelijking tussen tanden poetsen en een kauwgompje nemen. Beide zouden fris moeten zijn en goed voor je adem. Het tanden poetsen is het beeld het pakje kauwgom het object.

Gedicht verklaring

Gedicht 2
Een perzikhuid - Vergelijking, de huid is het object en de perzik het beeld. De huid is zo zacht als een perzik.
En ik beklim het balkon - metonymia, er wordt maar een gedeelte van de tram genoemd.
Kleine piano van mijn ziel - Vergelijking, het typemachine ( object ) word vergeleken met een piano ( beeld )

Gedicht 4
Een stukje bos ter grootte van een krant - Hyperbool, tuurlijk is er meer bos dan een stukje ter grootte van een krant
Het leven houd zijn wonderen verborgen - Personificatie, het leven kan niks verborgen houden
Tot het ze - personificatie, het leven kan het niet tonen

woensdag 7 mei 2014

Wat is poëzie voor mij

Wat poëzie voor mij betekent is toch wel een opvatting die nog afstamt van de basisschool. Daar is voor mij het idee gecreëerd dat poëzie ( op de basisschool werd het gedichten genoemd) moet rijmen. Op de middelbare school heb ik dit idee toch enigszins aan moeten passen.
Als je de definitie van poëzie op het internet opzoekt, komen synoniemen zoals abstract naar voren. dit is ook wat poëzie volgens mij is, abstract. Maar ook het begrip poëzie zelf is nogal abstract voor mij, omdat het zo veel kan omvatten. Er zijn zoveel verschillende soorten poëzie.
Ik denk dat ik meer in aanraking kom met poëzie dan dat ik zelf door heb. Poëzie en de daar bijbehorende stijlfiguren komen vaak op tv of staan in de krant, zonder dat wij mensen ons daar bewust van zijn. Ik ben geen groot fan van poëzie, dus ik zal niet snel betrapt worden tijdens het lezen van een gedichtenbundel, tenzij school het mij verplicht.Het is echter onmogelijk voor een persoon die tv kijkt of de krant leest om niet in aanraking te komen met poëzie. Poëzie word ons op gedragen en dat maakt het dan misschien weer nuttiger om te begrijpen hoe poëzie werkt en hoe we het moeten begrijpen, dus daarom zal ook ik er aan moeten geloven.

Het gedicht van Mustafa Stitou zou volgens mijn basisschool principe geen poëzie zijn, maar ik besef nu dat ook dit soort vormen literatuur poëzie zijn. Het is belangrijk om bij dit gedicht tussen de regels door te lezen en ik denk dat ook een groot verschil is tussen proza en poëzie. Proza zegt het zoals het is, terwijl poëzie draait er om heen een laat jou je best doen om het te begrijpen. De tekst van Stitou is zo een tekst die je twee keer moet lezen ( misschien zelfs vaker ) voor dat je hem volledig begrijpt.


"Het kind en ik" van Martinus Nijhof

Ik zou een  dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.

Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.

Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.

Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.

En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist

Dit gedicht is poëzie, omdat het rijmschema ABAB bevat. Dit rijmschema is volgens mij al kenmerkend genoeg om te zeggen dat dit gedicht poëzie is. Het gedicht is niet te begrijpen als je het maar een keer leest en heeft genoeg abstractie om het onder de categorie poëzie te laten vallen.